Het is zondag 26 februari als 12 oefenmeesters van EMA uit Amsterdam in het museum aankomen. Kenners weten al dat we het dan over de tram hebben. Deze ‘visite’ is een tegenbezoek op het eerdere uitstapje in 2011 van onze groep instructeurs van het Openluchtmuseum.
Na een kop koffie gaan zij onder begeleiding van onze instructeurs naar de remise om daar de revisie van de Rotterdamse RET520 te aanschouwen. Ze zijn onder de indruk.
De ploeg wordt in tweeën verdeeld en ze beginnen aan de eerste rondjes met de tram op het museumterrein. Voor deze club toch wel een lastige klus zo blijkt snel. Men is niet echt aan de heuvelachtige omstandigheden gewend. De hellingen vormen één serieuze uitdaging.
Daarnaast is het ook glad op de baan en ook met deze ‘ongeorganiseerde’ tegenkrachten wordt men op de proef gesteld.
Maar onder leiding van onze instructeurs die met tal van praktische tips strooien is dit uiteindelijk allemaal goed verlopen. Iedere oefenmeester uit Amsterdam heeft minstens 3 a 4 ronden kunnen rijden. En dat, zo merken onze collega’s, geeft bij het Amsterdamse herengezelschap gezelschap een zeer voldaan gevoel.
Na afloop van deze dag is maar een conclusie mogelijk: deze goede samenwerking kan de onderlinge afstemming van werkwijzen bij instructies alleen maar ten goede komen.
Er zijn van twee kanten nieuwe ideeën en methodes besproken, waarmee lessen én theorie van het tramwerk ongetwijfeld bijgeschaafd kunnen worden. Het grootstedelijk én vlakke stadsvervoer kijkt tenslotte met een andere invalshoek naar verkeer dan een bultige ringlijn van 2 kilometer in een park.
Rond 16.00 uur vertrekt de oefenmeesterclub weer richting Amsterdam, inclusief een bijzondere rijervaring.
John Nannings
instructie-afdeling van het Openluchtmuseum